 |
In
de graven van Thoetmoses III en Amenhotep II zijn complete versies
van de Amduat geschilderd. Deze beide versies zijn en worden door de
Egyptologen gebruikt voor de studie van de Amduat. Reden hiervoor is
dat deze exemplaren tot één van de oudste versies van de Amduat
behoren en daarom de meest oorspronkelijke versies zijn van de
Amduat. Vooral het exemplaar van Thoetmoses III heeft de voorkeur.
Over dit exemplaar schreef de Egyptoloog John Romer: "De
diagrammatische zuiverheid van de Amduat en de vreemde vlakken en
tekeningen, gaven de teksten en de ruimte waarin ze geschilderd
waren, een mysterieus, ja haast buitenaards uiterlijk". De
Amduat in het graf van Amenhotep II mist al bepaalde gedeeltes,
zoals tekst. Op sommige plaatsen hebben de schrijvers in
hiërogliefen de tekst "beschadigd aangetroffen"
geschreven.
Het elfde uur van de Amduat
De grafschildering op de westwand, zoals al eerder
vermeld, is een sterk verkorte weergave van het eerste uur van de
Amduat. Het is samengesteld uit de eerste gedeeltes van de drie
afzonderlijke registers. De afbeelding laat een voorbeeld zien van
deze verdeling. Het middelste register laat de vaart van de
zonnebark zien. Het onderste register bevat de gebeurtenissen uit
het elfde uur en het bovenste bevat de goden die Re aanroept. Alle
uren van de Amduat zijn op dezelfde manier in registers verdeeld,
behalve het eerste uur.
De Amduat is in z'n geheel door strepen van zand
omsloten, welke bij elkaar komen in een ronding aan het eind van het
onderwereldboek in het 12e uur. De registers worden van elkaar
gescheiden door twee strepen die meestal zand voorstellen, het
gebied waarover de zonnebark trekt. Zo komt de zonnebark in het
vierde uur in het land van de dodengod Sokor. In het 2e en 3e uur
zijn deze strepen anders en stellen water voor. In de uren er na is
er alleen een kleine strook water direct onder de bark (zie
afbeelding).
Volgende
pagina...
|