|
Het
eerste uur vormt een uitzondering op de hierboven beschreven
registerindeling. Het bevat vier registers. Het middelste register
is verdubbeld. De registers worden nu ook niet door zandstrepen van
elkaar gescheiden maar door balken welke tekst in hiërogliefen
bevat met uitleg over de verschillende onderdelen van dit uur. Een
tweede uitzondering vormen de godentabellen uit de beide
randregisters die veel op de godencatalogus lijken die, enig in zijn
soort, is aangetroffen in het graf van Thoetmoses III. Tussen hen
bevinden zich twee registers, beide met stroken met bovenschriften.
Bij het exemplaar van Amenhotep II zijn beide registers gescheiden
door een strook zand, maar die ontbreekt bij het exemplaar van
Thoetmoses III.
|
|
|
Het eerste uur van de Amduat. Gearceerde
gedeeltes komen ook voor op de westwand van Toetanchamon.
Het laat zien dat alleen het uiterste linker gedeelte van
het eerste uur gebruikt is voor de samenstelling, alsof, zo
kan men aannemen, slechts een klein gedeelte van de papyrus
is uitgerold omdat toch niet de hele Amduat op de wand kon
worden afgebeeld.
|
De versie van Toetanchamon bevat gedeeltes van de
godentabellen, die gelden voor al de twaalf uren van de Amduat en
daardoor een algemene betekenis hebben. In de complete versie van de
Amduat zijn beide bavianengroepen voorzien van begeleidende teksten
die ontbreken op de westwand. Ook zijn de gedeelten van deze groepen
hier naast elkaar geplaatst in plaats van onder elkaar. De teksten
boven de 'keverboot' en 'godengroep' (zie afbeelding rechtsboven b
& c), de gedeeltes uit het middenregister, zijn wel overgenomen,
althans gedeeltelijk. Bij de complete versies van de Amduat is een
gedeelte van de titel van het eerste uur in de hoofdtitel opgenomen,
welke voorafgaat aan het eerste uur, bestaat uit verticale stroken
hiërogliefen. Om deze reden en omdat de hoofdtitel ook de functie
aangeeft van de Amduat zal hieronder dan ook de gehele tekst van de
hoofdtitel worden weergegeven:
Het schrift van de verborgen kamer.
De verblijfplaats van de Ba (ziel), de goden,
en de Ach (geest) en alles wat wordt gedaan.
Lijst van dit boek.
Begin is de hoorn van het Westen,
einde is de duisternis.
De volgende subtitels hebben betrekking op de
inhoud van de drie registers. Ze zijn geordend in een soort van
tabel:
boven: |
Te kennen de onderwereld Ba (zielen),
te kennen de geheimen van Ba,
te kennen de poorten en wegen waar
de grote God langs trekt.
|
midden: |
Te kennen, wat gedaan wordt,
te kennen, wat in de uren is en hun goden,
te kennen de loop der uren en hun goden.
|
onder: |
Te kennen hun verklaringen aan Re,
te kennen wat hij hun toeroept,
te kennen de welvarenden en de gedoemden. |
|
|
Nu volgt in de hoofdtitel een gedeelte van de
uurtitel die o.a. plaats en grootte van het gebied van het eerste
uur aangeeft, zoals vaak in de verklarende teksten van de opvolgende
uren het geval is:
Deze God betreedt de Westelijke poort van de
horizon.
Seth staat op de oever.
Het zijn 120 mijlen varen door deze poort,
voordat de bark de onderwereld bereikt.
Hij trekt daarna naar Wernes.
De vorm van de laatste titel is gelijk aan die van
de uurtitels. Als zodanig sluit hij aan bij de titels in het eerste
uur boven de beide middenregisters van het eerste uur. De naam
'Westelijke poort van de horizon' en de afstand van 120 mijlen (ong.
1200km) betreffen het gebied van het eerste uur, waarbij de
zonnebark over zand getrokken wordt voordat hij de
onderwereldzielen, de goden van het tweede uur bereikt.
In de regels boven de beide middenregisters staan
zinnen geschreven, die qua vorm en inhoud nog tot de urentitel
moeten worden gerekend en zo bij de laatste titel van de hoofdtitel
aansluiten. De regels geven, zoals ook in de andere uren, vaak
informatie die niet uit de afbeeldingen kan worden gehaald.
Van de volgende titelvertalingen, komen de dik
gedrukte gedeelten ook op de westwand voor. De bovenste regel van
het bovenste middenregister bevat de volgende tekst:
Beide Maat-godinnen trekken deze god in de
nachtbark, die in de poort van deze stad vaart.
Het zijn 120 mijlen, waarna hij naar
Wernes
trekt; die 300 mijlen lang is.
Hij verdeelt hem in velden onder de goden
die hem vergezellen.
'Watervlak van Re' is de naam van het veld,
'hij die tot beide vlammen hoort' is de naam van
zijn beschermer.
Deze god begint bij dit veld bevelen te geven en
voor de inwonenden van de onderwereld te zorgen.
De bovenste regel van het onderste
middenregister bevat de volgende tekst:
Poort, door welke deze god als ram trekt.
Hij verandert zich nadat hij de poort bereikt heeft.
De doden volgen hem niet. Ze stoppen bij deze poort.
Hij geeft de goden in deze poort bevelen.
Volgende
pagina... |