Home Page Bens Web
 
NAVIGATIE


Omhoog
 

 

 

De grafschilderingen van Toetanchamon

 

Home  |  Zoeken  |  Contact  |  Site index

 


Het graf

 

Bensweb > Toetanchamon > Het graf
   

Toen Toetanchamon stierf, was men hoogstwaarschijnlijk al een graf voor hem aan het maken, maar dat was nog lang niet klaar. Vandaar dat men zo snel mogelijk een graf moest zoeken voor de jonge farao. Zijn uiteindelijke graf was veel kleiner en waarschijnlijk voor Eje bestemd. Vanwege de plotselinge dood van Toetanchamon schijnt men voorwerpen uit de graven van Semenchkare en Echnaton te hebben gehaald, om die voor de begrafenis van Toetanchamon te gebruiken. De snelle dood, samen met de onderdrukte meer-godenverering van Echnaton, waardoor de koninklijke ambachtslieden niet meer bekend waren met de oude Thebaanse dodentraditie, resulteerde in de povere beschildering van de wanden. Alleen in de grafkamer, ook wel de 'gouden zaal' genoemd, en het belangrijkste vertrek voor de wederopstanding van de koning, waren de wanden beschilderd. De schilderingen zijn zwaar overwoekerd door donkere schimmels. In elke muur waren magische symbolen verborgen in kleine nissen. Deze symbolen zijn nu, samen met de andere grafvoorwerpen, te bewonderen in het Museum van Cairo De manier van schilderen wijkt af van de Thebaanse traditie en toont duidelijk overblijfselen van de Armanastijl, die ontstond tijdens de regeringsperiode van Echnaton. Ook de grafschilderingen van Eje tonen sterke overeenkomsten met die van Toetanchamon, zowel qua onderwerp als qua stijl. Horemheb's grafschilderingen zijn weer 'gewoon', zoals andere graftombes in de Vallei der Koningen, waar de meeste farao's uit de 18e, 19e en 20e dynastie zijn begraven.

Plattegrond graf van Toetanchamon (B. Hilgers)De wanden van de grafkamer waren bepleisterd met gips en werden geel geschilderd op de onderste strook na, die wit geschilderd werd. Het plafond was gelaten zoals het was, ruw en onbewerkt. De ruimte tussen de voorkamer en de grafkamer was oorspronkelijk open en werd verkleind door het bouwen van een scheidingsmuur (zie plattegrond). Het construeren van deze scheidingswand van de grafkamer, samen met het pleisteren en het schilderen van de godin Isis, moeten zijn gedaan na de begrafenis van de koning, het sluiten van de sarcofagen en de plaatsing van de vier schrijnen (de buitenste is afgebeeld op de plattegrond). Dit is volgens Carter af te leiden uit de volgende feiten. Het plaatsen van de sarcofagen, de begrafenis en het monteren van de schrijnen konden niet zijn uitgevoerd nadat de scheidingsmuur was gebouwd, omdat anders de deuropening te klein zou zijn geweest om de sarcofagen en schrijnen in de grafkamer te plaatsen. Ook het pleisterwerk en de afbeeldingen op de scheidingsmuur waren uniform met de andere afbeeldingen uit de 'grafkamer. Daarom moeten het pleisteren en schilderen zijn gedaan nadat de schrijnen waren gemonteerd, onder uiterst moeilijke omstandigheden, zo schrijft Howard Carter. Hij was het die op 5 november 1922 het praktisch ongeschonden graf van Toetanchamon met zijn enorme rijkdom aan grafvoorwerpen heeft ontdekt en de koning voor de hele wereld heeft doen herleven.

Of zijn veronderstellingen juist zijn is niet meer na te gaan. Als de afbeeldingen werkelijk pas zijn aangebracht na het plaatsen van de schrijnen, betekent dat de ruimte waarbinnen de kunstenaars de schilderingen moesten aanbrengen varieerde van 35 tot 70cm. Erg smal dus. Veel Egyptologen noemen dit als reden waarom de schilderingen zo'n afwijkende stijl hebben. Voor mij is het een reden om te betwijfelen of de schrijnen inderdaad al waren gemonteerd toen de grafkamer werd beschilderd. Eind 1923 haalde Carter de scheidingswand weg, om de sarcofagen en de schrijnen uit het graf te kunnen halen. Hierdoor verdween de schildering met de godin Isis en de onderwereldgoden (zie afb. 11). Hij heeft mijns inziens in eerste instantie deze afbeelding willen bewaren, zoals blijkt uit de zw/w-foto die Harry Burton, Carter's fotograaf die alle werkzaamheden vastlegde1, maakte. Op de foto zijn de godin Isis en de onderwereldgoden zichtbaar. De schildering is niet compleet en lijkt op een puzzel door de vele scheuren. Waarschijnlijk heeft hij de schildering willen behouden en de pleisterlaag in delen verwijderd en daarna weer tot een geheel gemaakt. Toen is de foto gemaakt. Wat later weer met deze schildering is gebeurd is niet bekend. Zelfs Carter maakt in zijn boeken geen melding van zijn poging de afbeelding te behouden. Hij vertelt alleen over het verwijderen van de muur, wat hij met de schildering heeft gedaan vermeldt hij niet. Wel is later in het huidige graf de scheidingswand niet meer opgebouwd. Het is jammer dat slechts weinig Egyptologen het gemis betreuren of hierover schrijven.

________________

1 John Romer, Valley of the kings (London 1980) pag. 262

Volgende pagina...

 
 

           
Deze site is gemaakt door B.J. Hilgers
Schrijf a.u.b. in het gastenboek.
Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op 21.05.2002

 
 

Home  |  Zoeken  |  Contact  |  Site index